pictures
Fort Dimanche.
Wonen in het foltercentrum van Haïti.
to the pictures / naar de fotos
sterretje Moord van staatswege was op Haïti decennia lang een dagelijks karwei. In het beruchte Fort Dimanche lieten vader en zoon Duvalier duizenden Haïtianen martelen. Fotograaf Piet den Blanken bezocht Haïti en maakte foto's van de daklozen die bezit hebben genomen van het voormalige foltercomplex.

Secretaris-generaal Irene Kahn van Amnesty International deed op 1 januari 2004, speculerend op goede voornemens in een nieuw jaar, een ernstig beroep op de regering van Haïti om de mensenrechten te respecteren. Want, zo constateerde zij onlangs, "het aantal schendingen is weer stijgende". Gewapende burgers, zogenoemde attachés, moorden voor een habbekrats in naam van politie of politici.

Haïti, het armste land van het westelijk halfrond, heeft behalve de actualiteit ook het verleden tegen. Wie enkele decennia terugblikt, ontwaart een lange martelgang. Vooral onder het bewind van vader François en zoon Jean-Claude Duvalier was moord van staatswege een dagelijks karwei.

Op 1 januari herdacht Haïti dat het 200 jaar geleden de eerste onafhankelijk zwarte republiek werd. Het leger van Napoleon ging daar eerder onderuit dan in Europa. De trotse natie van weleer is evenwel al lang ten prooi aan chaos, criminaliteit, geweld, wanhoop en velerlei ander kwaad.

Kort voor de jaarwisseling verbleef fotograaf Piet den Blanken (Wijbosch, 1951) vier weken in Haïti. Hij stuitte even buiten het centrum van de hoofdstad Port-au-Prince op het beruchte Fort Dimanche, het foltercomplex van de eerder genoemde vader en zoon Duvalier, Papa en Baby Doc. Van 1956 tot 1986 martelde en moordde daar hun doodseskader, de Tontons Macoute. Tegenwoordig huizen er andere kanslozen. De foto's op deze pagina laten ze zien.

De Haïtianen die bereid zijn terug te kijken, noemen Fort Dimanche ons 'eigen Auschwitz'. De schattingen van het aantal ter plekke omgebrachte inwoners lopen te ver uiteen om echt betrouwbaar te heten, van 3.000 tot 30.000. Vast staat wel dat zeer velen na gruwelijke kwellingen het leven verloren. "Iedere Haïtiaanse familie telt wel een lid dat daar is gestorven of is beschadigd", zei zakenman Greogory Mevs enkele jaren geleden. Hij bezit land in de buurt van de voormalige gevangenis. "En dat land is met botten bezaaid."

Baby Doc leeft zonder wroeging in ballingsoord Frankrijk. Na zijn verdrijving in 1986 - duivel senior was vijftien jaar eerder overleden - gingen de deuren van Fort Dimanche open en bleef alleen de geur van de dood achter. De huidige president Jean-Bertrand Aristide beloofde toen hij in 1990 voor de eerste keer aantrad van de gevangenis een monument en museum te maken, als een waarschuwing voor komende generaties. Maar Aristide werd al snel afgezet en bleek, toen hij in 2000 met hulp van de Amerikanen andermaal aan de macht kwam, niet over een best geheugen te beschikken.

Ondertussen hadden enkele van Haïti's armen de oude martelplaats 'gekraakt'. Ze braken delen van het complex af. Maar het hoofdgebouw, een vervallen betonnen kolos van eind jaren '50, bleef overeind, de 'wachttoren' op het dak incluis. In de vele hoeken van het complex bivakkeren sedert een jaar of negen mannen, vrouwen en kinderen. Op de muren staat hier en daar nog een wanhopige kreet van een gevangene die de dood voor ogen had. Spelende kinderen troffen aanvankelijk kogelhulzen aan. Als ze in de naaste omgeving - inmiddels overwoekerd met krotten - een kuil graven, kunnen ze nog wel eens op botten of een schedel stuiten.

Piet den Blanken trof in het hoofdgebouw 'een kleine honderd' bewoners aan. Enkelen van hen bakten koekjes met klei en zand als voornaamste ingrediënten. "Daar zit kalk in. Het is een volksmedicijn tegen maagzuur", leerde de fotograaf. "Maar veel kinderen eten het ook om het hongergevoel tegen te gaan." Gedwongen door de armoede durven deze Haïtianen het aan te leven in een complex waar het bloed van familieleden aan de muren kleeft. Een enkele van de huidige bewoners heeft nog vast gezeten in Fort Dimanche en is daar psychisch en fysiek getekend uitgekomen. Zij, de wanhopigen, delen het fort met de geesten van de overledenen, die volgens andere inwoners van Port-au-Prince nog altijd door het gebouw spoken.

Haïti

• Haïti is een van de armste landen van de wereld en het armste van het westelijk halfrond.

• Het gemiddelde inkomen ligt volgens de Wereldbank omgerekend op 400 euro per jaar, maar door de grote tegenstelling tussen een kleine elite en een massa aan armen verdienen de meeste van de acht miljoen Haïtianen veel en veel minder. Ruim tachtig procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens.

• Door de politieke instabiliteit, de verslechterende mensenrechtensituatie en corruptie heeft de internationale gemeenschap de samenwerking gereduceerd en verschillende leningen bevroren.

• Veel Haïtianen trachten buurland de Dominicaanse Republiek binnen te komen, waar ze de illegaliteit induiken. Anderen proberen illegaal aan wal te komen in de Verenigde Staten.

• De huidige president Aristide werd in 1990 voor het eerst gekozen, maar na een jaar afgezet. In 2000 begon hij aan zijn tweede ambtstermijn. Momenteel is de voormalige priester mikpunt van hevige sociale protesten.

• Voor zijn aantreden leidde Aristide in 1986 een betoging voor de poorten van Fort Dimanche, waarbij het leger het vuur opende en diverse Haïtianen het leven lieten.

foto's Piet den Blanken                   tekst Twan van den Brand