Leven en dood van Ivania Brooks, Managua.
tekst
Rob Ruggenberg
In het voorjaar van 1997 fotografeerde documentair fotograaf Piet den Blanken prostituées die in Managua,
de hoofdstad van Nicaragua, langs de drukke weg naar het postkantoor stonden. Eén van de jonge vrouwen heette
Ivania. Den Blanken raakte met haar in gesprek en hieruit ontwikkelde zich een vriendschap die tien jaar duurde.
Ivania Brooks Torres was 23 jaar en behoorde tot de armsten van de stad. Ze had vier kinderen.
Den Blanken fotografeerde Ivania en haar gezin, haar huis, haar pogingen om een ander leven te lijden.
Door de jaren heen bleef hij terugkomen en fotografeerde haar leven.
Nu heeft hij haar ook in haar laatste dagen
gefotografeerd, broodmager en stervend aan de ziekte die in Latijns-Amerika niet hardop genoemd mag worden.
Den Blanken, bekend door zijn fotoreportages over mensen aan de onderkant van de samenleving, komt al tientallen
jaren in Latijns-Amerika. In 1997 was hij naar Nicaragua gegaan om te zien hoe de bevolking er aan toe was nadat
de Sandinisten er de macht hadden verloren. De armoede was schrikbarend, met de daarbij horende gevolgen als
prostitutie en criminaliteit. Ivania was daarvan een sprekend voorbeeld. Ivania woonde, samen met haar moeder
en haar kinderen Dorlan (7), Vielka (4), Pedro (3) en Margina (1), in een krot in een volkswijk van Managua.
Iedere dag was een gevecht om het bestaan. ’s Ochtends wist het gezin niet of er ’s avonds eten zou zijn.
Toch was de prostituee goedlachs en hield ze met een onverwoestbaar optimisme het gezin bij elkaar.
Den Blanken fotografeerde haar met haar kinderen thuis, op straat, en tijdens een zeldzaam dagje uit
naar het Meer van Nicaragua.
Ook in de jaren dat hij het gezin niet bezocht stuurde hij af en toe wat
geld, in de hoop dat Ivania’s kinderen ervan naar school konden gaan. Het geld werd ook voor andere zaken
gebruikt: omdat haar ogen heel slecht waren, kocht Ivania een bril. Met betonblokken en zinken golfplaten
werd een huisje gebouwd dat niet bij elke regenbui onder water liep. Den Blanken fotografeerde het winkeltje,
aan de voorkant van het huis, waarin de vrouw zelfgebakken chips, sinaasappels en snoepgoed verkocht. Maar het
winkeltje liep niet: de mensen in de buurt hadden geen geld om iets te kopen en Ivania’s eigen kinderen aten
het snoep op.
Het bleef een leven aan de rand van de ondergang, met nóg een kind erbij, en met prostitutie als
blijvende bron van inkomsten, aangevuld met de dollars die de kinderen soms verdienden door in de bouw te werken
in plaats van naar school te gaan.
Kort geleden kwam Den Blanken in Nicaragua en wilde zoals gebruikelijk langsgaan
om te zien hoe het gezin het maakte. Ivania stond niet op de luchthaven, zoals anders, maar haar kinderen waren er
wel om hem af te halen. Hun moeder was ziek, zeiden ze. Toen de fotograaf bij haar thuis arriveerde trof hij Ivania
sterk vermagerd en koortsig aan.
De 33-jarige vrouw was zo zwak dat ze niet meer op haar benen kon staan. Haar
oudste zoon Dorlan sjouwde zijn moeder naar de wc en verzorgde haar, samen met de andere kinderen. Een paar
weken later, op de terugweg naar Nederland, ging Den Blanken weer langs. Ivania was dood. Hij kon alleen nog,
met de kinderen, haar graf bezoeken.
Het is geen bijzondere situatie, want zo kent Den Blanken de armoede
in deze landen. De kinderen zijn op nu zichzelf aangewezen. Dorlan, 15 jaar, zorgt voor de 3-jarige Samantha.
Zijn broertje Pedro (12) werkt ’s ochtends in de bouw en gaat ’s middags naar school. Ook zijn zusjes Vielka (14)
en Margina (11) gaan naar school – tot het geld op is dat Den Blanken er heeft achtergelaten.
Wat er dan gaat gebeuren weet niemand.
Klik hier voor de foto's.
Click here for the pictures.
Home