pictures

Martien Heesakkers
"Tegenspoed"

to the pictures / naar de foto's

De Kleuters van 1957.


sterretje Martien Heesakkers was dertien jaar toen zijn moeder stierf. “Ik kan me niet herinneren dat ons moeder gezond was”, zegt hij, gezeten aan de keukentafel in dezelfde eeuwenoude boerderij waarin hij geboren is. Na zijn moeders dood werd Martien opgevoed door zijn vader en door zijn drie zussen. Toen de laatste zus trouwde en het huis uitging, bleef hij er samen met zijn vader wonen.

Het eerste ongeluk overkwam hem als 17-jarige, gezeten achter op een bromfiets. Op de terugweg van een frietje halen botste de brommer op een auto. Martien liep een gecompliceerde beenbreuk op en zat drie jaar thuis. Om wat om handen te hebben scharrelde hij af en toe in kalveren. Hoe dat moest keek hij af bij zijn vader, die boer was, en die ook wel eens vee verhandelde.

Toen hij zijn werk – metselaar – weer kon oppakken, werd hij gauw moe. Hij bleek hoge bloeddruk te hebben en begon medicijnen te slikken. Hij werd vrachtwagenchauffeur, kon-ie tenminste zitten.

En weer diende zich tegenspoed aan. Een dokter constateerde dat zijn nieren verschrompeld waren. Daar sta je dan als 22-jarige met trouwplannen. Twee dagen per week met een taxi naar het ziekenhuis om je nieren te spoelen. Op 15 juni 1975 – Martien zal die datum nooit vergeten – belde het Dijkzigt ziekenhuis in Rotterdam dat hij moest komen, dat ze een nieuwe nier voor hem hadden.

Een half jaar later trouwde hij. Mieke zegt, terugkijkend: “Ik maakte me wel zorgen of we kinderen konden krijgen, want vruchtbaarheid kon wel eens een probleem zijn, had de dokter gezegd”. Ze kregen drie kinderen. “Mijn nieuwe nier is nooit een probleem geweest.” Annemieke, hun 16-jarige dochter, klopt op de keukentafel, want haar vader slikt prednison tegen afstoting en gaat steeds slechter lopen.

Na de niertransplantatie ging Martien, met steun van een kleine WAO-uitkering, weer aan de slag. In de stal staan enkele tientallen eigen dieren, “maar daar kun je de kost niet mee verdienen”.

Verder maakte hij werk van de veehandel, zijn jeugdhobby. Hij rijdt van boer naar boer en koopt wat er te koop is. “Maar dat blijft niet duren”, sombert hij. “Na de MKZ-crisis willen ze de veehandel kapot hebben. Dat gebeurt nu – maar is jouw vlees er goedkoper door geworden?”