Mijnheer en mevrouw Huijbregts
Zo’n drie jaar geleden zaten mijn vrouw en ik op een zaterdagavond
te praten over onze toekomst, of ik met werken zou stoppen en wat we dan in onze vrije tijd zouden gaan doen. Toen ik mijn vrouw
vroeg of zij een tweede kopje koffie wilde, gaf ze geen antwoord. Ik keek naar haar en zag dat ze was weggevallen. Meteen schoot
het door mijn hoofd dat ons leven nooit meer hetzelfde zou zijn.’ Aan het woord is de heer Huijbregts uit Tilburg, mantelzorger.
‘In het ziekenhuis bleek dat de rechter lichaamshelft van mijn vrouw verlamd was. Ze had een herseninfarct gehad, werd mij later
verteld. Op zo’n moment komt er veel op je af, je weet niets over de ziekte en wat je te wachten staat. Je krijgt wel een
informatieboekje, maar ik had nog veel meer vragen waarop ik niet direct antwoord kreeg.’ De onmacht om het tij te keren,
onwetendheid over de gevolgen en stuiten op onbegrip van de omgeving, dat alles kan bij de partner tot gevoelens van onrecht
en hulpeloosheid leiden: ‘Ik vond dat er weinig begrip was voor mijn situatie; mensen konden zich niet goed voorstellen dat
mijn leven van de ene op de andere dag veranderde. Ik heb me er niet op voor kunnen bereiden, er niet in kunnen groeien.
Daarom vind ik het erg belangrijk dat mensen weten wat mantelzorg is en dat ze beseffen wat het voor iemand betekent om
mantelzorger te zijn.’
Gelukkig kreeg de heer Huijbregts op zijn werk alle steun en medewerking. Hij kreeg ziekteverlof om alles goed te kunnen
regelen; later is hij helemaal gestopt met werken.
‘Nadat ze een tijdje in het ziekenhuis had gelegen, ging mijn vrouw naar het revalidatiecentrum. Het revalidatieproces
was ook voor mij erg leerzaam. Er waren meeloopdagen zodat ik kon leren hoe ik mijn vrouw kon helpen met wassen een aankleden.
Na drie maanden kon mijn vrouw naar huis. Toen begon het gevecht pas echt.’
De heer Huijbregts heeft er zelf voor gezorgd dat zijn vrouw thuis therapie kreeg, want dat was volgens het revalidatiecentrum
niet mogelijk. ‘Langzaam maar zeker ging mijn vrouw vooruit, en werd ze weer wat zelfstandiger.’ Vervolgens klopte de heer
Huijbregts vergeefs aan bij de gemeente voor enkele aanpassingen in het huis. Op basis van de indicatie die tijdens de
revalidatieperiode was uitgevoerd, besliste de gemeente dat het echtpaar moest verhuizen. Omdat zijn vrouw inmiddels flink
was vooruitgegaan, heeft de heer Huijbregts om een nieuwe indicatie gevraagd. ‘Op grond van deze nieuwe indicatie hoefden
we gelukkig niet te verhuizen en werden enkele zaken in ons huis eindelijk aangepast. Ondanks de lange wachttijd en het
onbegrip waar we op zijn gestuit, ben ik blij dat we hebben doorgezet. Mijn vrouw kan inmiddels zelfstandig naar boven en
slaapt daar dus weer!’
De heer Huijbregts is blij met de hulp die hij krijgt: van de thuiszorg die enige keren per week helpt met het wassen en
aankleden van zijn vrouw en die eens per veertien dagen helpt met het huishouden. Verder gaat zijn vrouw twee keer per
week naar het activiteitencentrum. Ook van zijn twee dochters heeft hij erg veel steun en hulp, evenals van twee zussen
en van de mensen in de buurt die meeleven en doen wat ze kunnen.
Hoewel zijn vrouw steeds meer gaat accepteren dat ze niet meer alles kan en daardoor opgewekter is, is ze wel bang dat
haar man wegvalt, want wie zorgt er dan voor haar? De heer Huijbregts is zich hiervan bewust en hij probeer ervoor te
zorgen dat hij gezond blijft. ‘Gelukkig accepteert ze het steeds meer dat ze door iemand anders dan door mij wordt geholpen.
Ik vind het verder belangrijk om mijn vrouw bij zo veel mogelijk zaken te betrekken, om haar zelfstandigheid te vergroten.
Op deze manier krijg ik zelf ook wat meer vrijheid, want anders is mijn vrouw voor alles afhankelijk van mij.’
‘Ik ben blij met wat we samen hebben bereikt en zie nog steeds vooruitgang. Het is belangrijk om niet bij de pakken te
gaan neerzitten en te proberen zo veel mogelijk je oude leven weer op te pakken.
Ook al weet je dat dit nooit meer hetzelfde zal zijn.’
mantelzorgers
home