pictures
Neeltje en Nelis van de Sluis
to the pictures / naar de foto's
naar het overzicht

sterretje Neeltje van de Sluis zorgt al jaren voor haar man Nelis. Nelis heeft multiple sclerose, een ziekte van het centraal zenuwstelsel, waardoor hij steeds verder achteruit gaat. ‘Door de ziekte van Nelis is hij in de dertig jaar tijd dat we getrouwd zijn, langzaamaan lichamelijk verslechterd. Ik wist al voor ons trouwen dat hij MS had, maar dat heeft me niet tegengehouden. Ik ben steeds meer dingen voor hem gaan doen. Nu is het voor hem ook niet meer mogelijk om te praten. Dat is moeilijk, er zijn steeds stukjes die hij in moet leveren, waar hij en ook ik afscheid van moeten nemen.’

      De verzorging van de heer Van de Sluis komt voor het grootste gedeelte op de schouders van zijn vrouw neer. Sowieso moet zij de al de hele dag aanwezig zijn en hem in de gaten houden. Ze denkt voor hem, want hij kan zelf niets meer aangeven. Maar ook verleent ze lichamelijke zorg. Ze heeft hem altijd met eten geholpen. Maar vorig jaar lukte het eten echt niet meer, meneer verslikte zich heel vaak en had zodoende vaak longontsteking. Nu heeft hij een slangetje in zijn buik, waardoor het eten kan worden toegediend. Normaal gesproken komt de thuiszorg elke ochtend om haar man te wassen, maar het gebeurt wel eens dat dat niet lukt en dan verzorgt mevrouw Van de Sluis haar man zelf. ‘De verzorging is zwaar. Hij kan helemaal niets meer omdat hij volledig verlamd is. Gelukkig heb ik hulpmiddelen, zoals een tillift en een douchestoel. Verder hebben we al jaren een hulp; ze komt elke dag en dat is een enorme steun. En dan natuurlijk mijn mannen, hè. Elke avond komt een van de mannen uit de buurt helpen om Nelis mee op bed te leggen. Er zijn er zeven, en we hebben een schema opgesteld. Met liefde en plezier komen ze rond half elf om te helpen en vaak lopen ze ook overdag even binnen. Kunnen ze een keer niet op de afgesproken dag, dan ruilen ze onderling. Zij maken het eigenlijk mogelijk dat Nelis nog thuis kan zijn.’ Dat ook dit een heel geregel is blijkt wel op de dag dat het gesprek met mevrouw Van de Sluis plaatsvindt. Het is midden juli, vier van de mannen zijn op vakantie en de overgebleven mannen komen allemaal extra dagen. Mevrouw Van de Sluis geeft aan dat de mannen het niet erg vinden om te komen, maar dat zij er zelf wel moeite mee heeft om ze zo vaak te vragen. Ze wil niemand tot last zijn.

      Wat de buurmannen mogelijk maken is uniek te noemen. Sommigen komen al twintig jaar over de vloer, anderen wat korter. Het is al een paar keer voorgekomen dat een van de mannen zijn huis verkocht en vertrok uit de buurt. Bij de verkoop van het huis is altijd verteld wat er voor de buren gedaan werd en tot nu toe neemt de nieuwe eigenaar de zorgtaken over, naar volle tevredenheid van iedereen. De mannen hopen het nog lang voor Nelis en zijn vrouw te kunnen doen, om het hen op deze manier mogelijk te maken bij elkaar te blijven.

      De zorg voor haar man valt mevrouw Van de Sluis soms zwaar. Er moet veel geregeld worden, met de huisarts, met de thuiszorg, met de leveranciers van hulpmiddelen. Volgens mevrouw Van de Sluis wordt het onderhouden van sociale contacten steeds moeilijker. ‘Mensen blijven weg wanneer je lang ziek bent. Toen mijn man net in een rolstoel zat dachten mensen vaak dat hij niets meer begreep en dat je niet met hem kon praten. En als mensen eenmaal dat idee hebben, dan wordt het moeilijk om hen van het tegendeel te overtuigen.’

      Het zijn de kleine dingen die zij nog met haar man kan delen, die maken dat mevrouw Van de Sluis het zorgen voor haar man vol kan houden. Zo zijn er nog blijken van herkenning. Als voorbeeld vertelt mevrouw dat zij samen met haar man tv zit te kijken. ‘Het was een programma over bepaalde muziek en wat mensen daar voor herinnering aan hebben. Er was een man aan het woord en die vertelde zo mooi zijn verhaal. En toen kwam zijn muziekkeuze, het was psalm 23 De heer is mijn herder. Dit was onze psalm tijdens het trouwen. Ik zei tegen Nelis: “Luister, onze psalm”, ik keek hem aan en hij zat te huilen. Hij had het dus wel begrepen en dat doet je goed, een blijk van herkenning aan wat we samen hadden.’

mantelzorgers

home