Foto:

Juan Murcia Orellana, 79 jaar, boer: 'U zult beter af zijn als u naar Chalate gaat', zeiden ze tegen mij. 'Maar dit is van mij', zei ik, 'ik hoef helemaal niet weg. Waarom zou ik dan gaan?' Dat zei ik. Daarna zeiden zij: 'Ga toch weg, zeshonderd guerrilleros komen er aan en dan bent u de lul'. 'Laat ze maar komen, ik blijf hier', dat zei ik. "
"Op een keer ging ik brandhout zoeken, toen kwam ik soldaten tegen. Ze pakten mij vast. 'Wat doen jullie nou?', zei ik tegen hen, 'ik ben alleen maar brandhout aan het zoeken, ik ben niemand iets verschuldigd'. Toen zei de luitenant: 'U kent iedereen van dit dal?' Alsof ik het heb opgeschreven', zei ik, 'hier woont meneer Cartagena, meneer Hidalgo, ik ken ze allemaal.' Toen zei die luitenant: 'Nee, deze meneer niet, laat hem maar, maak hem los', zei hij. 'Deze meneer weet nergens van, hij is niet politiek'. Ik ben toen vlug naar huis gegaan, 'goeiedag', zei ik."