Hij was 25 jaar oud en hij heette Khorany Abdulhabib en hij kwam uit Afghanistan en nu ligt hij, overdekt met zeewier, dood in het lijkenhuis van het dorp Mitilini op het Griekse eiland Lesbos.

Van zijn groepje van dertien Afghanen die probeerden het veilige Europa te bereiken, zijn er nog zeven in leven. De anderen, onder wie Khorany, verdronken in de Egeïsche Zee tijdens hun tocht in drie kleine bootjes vanuit Turkije naar Lesbos.

Het Griekse eiland Lesbos is hét doel van vluchtelingen die in groten getale uit Afghanistan komen en, via Iran en Turkije, in Europa een veilig heenkomen zoeken. Ze arriveren aan de Turkse kust van de Egeïsche Zee en proberen zo snel mogelijk in Griekenland te komen.

Behalve Lesbos zijn ook Kos en Samos in trek. De Griekse eilanden liggen op niet meer dan 10 km afstand van de Turkse kust en de vluchtelingen kiezen zee in speelgoed-rubberbootjes met plastic peddels. Maar de zee is gevaarlijk en de wrakke bootjes kapseizen zodra de golven wat hoger worden.

Degenen die het leven er van af brengen, worden door de Griekse politie opgepakt en opgesloten. Na het politie-onderzoek mogen elke dag zes of zeven mensen doorreizen naar Athene. Daar moeten ze zich melden bij de Griekse raad voor vluchtelingen die ze onderdak zou moeten bieden. Maar omdat alle kampen in en rond Athene boordevol zitten, bivakkeren de meesten in hutjes van plastic folie in parken in de Griekse hoofdstad.

© 2002 Piet den Blanken.